Over ontlezing (de column van Stine Jensen)

Wie deze zomer geen columns volgde, heeft iets gemist. Op 15 augustus publiceerde NRC een column van Stine Jensen, met de titel: Met ‘leesplezier’ krijg je kinderen niet aan het lezen, zet in op boekenstraf. Een verrassende, provocerende tekst. Er kwamen dan ook heel wat reacties op.

De column van Stine Jensen doet al in de opening de wenkbrauwen fronsen. Ze stelt dat in de strijd tegen ontlezing te sterk wordt ingezet op leesplezier en vertelt: ‘Mijn dochter heeft tijdens corona thuis twee (!) boeken in een ruk gelezen (…). Ze vond het „heel leuk” en ging vervolgens weer blijmoedig over op de TikTok-orde van de dag.’ Jensen keert zich tegen die vrijblijvendheid: lezen is té belangrijk voor de ontwikkeling van een kind, want: ‘Dankzij boeken doe je kennis op, krijg je een (ander) perspectief op de wereld, verbind je je met personages, kom je voor ethische dilemma’s te staan, ontwikkel je stilistisch vernuft.’ Kinderen moeten lezen, vindt ze, of ze het nu leuk vinden of niet.

Vier dagen na deze column reageerde Gawie Keyser, ook in NRC. Hij toont zich sceptisch over het idee van ‘leesstraf’ en wijst op het plezier dat hij beleefde aan het ontdekken van boeken. Zonder enige verplichting. Hij las veel triviaalliteratuur. ‘Als ik op school verplicht Couperus had moeten lezen dan was ik liever drillrapper geworden.’

Heeft Gawie Keyser gelijk? Moet je kinderen de vrije hand geven? Keyser: ‘Als lezers, als samenleving, zijn we het verplicht aan onze jeugd om bij hen leesliefde te kweken (…).’ Hij is het niet eens met het voorschrijven en ‘straffen’ waar Stine Jensen voor pleit.

Diverse reacties op de column van Stine Jensen (bijv. op de Facebook-pagina van NRC) ademen die verontwaardiging van Keyser. Wat bezielt Jensen? Hoe kun je in hemelsnaam tegen leesplezier zijn? Ik heb de indruk dat haar column lang niet door iedereen goed is begrepen.

Wanneer Stine Jensen spreekt over ‘boekenstraf’ wil ze uiteraard niet zeggen dat leesplezier niet telt. Integendeel. Waar het haar om gaat, is dat er meer gelezen moet worden. Los van de vraag of lezen nu leuk is of niet. Want tja, kinderen vinden wel meer dingen niet leuk. Hun kamer opruimen bijvoorbeeld. Ze hebben de pest aan vioolles of ze zien als een berg op tegen dat proefwerk anorganische chemie… Leuk is anders, maar het moet. Met ‘boekenstraf’ zet Jensen lezen in het rijtje van de onaangename dingen waar je als leerling probeert onderuit te komen. Werkt dat niet averechts? Er zijn legio verhalen in omloop van mensen die aangeven dat de verplichte leeslijst op de middelbare school hun plezier in literair lezen voorgoed heeft vergald.

OK, allemaal waar. Maar Stine Jensen heeft wel een punt. Want wat lezen gemeen heeft met schaken, sjoelen, behangen, ijsdansen, appeltaart bakken en TikTokken, is dat je er beter in wordt naarmate je het vaker doet. Wie veel leest, zal béter lezen en zal in het algemeen beter zijn in taal. Hij of zij zal een tekst sneller/beter begrijpen – dit geldt niet alleen voor literaire romans maar ook voor de bijsluiter bij een antihistaminicum of een verhandeling over een macro-economisch vraagstuk. Wie goed thuis is in zijn moedertaal, kan helder formuleren en heeft oog voor de opbouw van een tekst. Om het beroemde citaat van Ludwig Wittgenstein aan te halen: Die Grenzen meiner Sprache bedeuten die Grenzen meiner Welt.

Het is 2020. Kun je eigenlijk nog verlangen dat een leerling véél leest? Natuurlijk, de tijden zijn veranderd. Als ik terugkeer naar mijn eigen schooltijd, kom ik terecht in een wereld zonder computer, mobiele telefoon en social media. In de zomer zaten we twee weken in een huisje in de Ardennen en het regende. Die zomer duurde eindeloos. Als het weer het toeliet, trok ik mijn voetbalschoenen aan of ik nam mijn fiets uit de schuur. En verder was zo’n vakantie een kwestie van, tja, veel lezen. En als je alles had gelezen, toog je tussen twee buien in naar de bieb en haalde je een nieuwe stapel lectuur.

Anno 2020 heeft een leerling simpelweg de tijd niet om zoveel te lezen als ik deed in die tijd. Er zijn zoveel andere dingen. Stine Jensen vermeldt dat haar dochter die twee boeken ‘heel leuk’ vond. Dus dát is het punt niet. Maar na die twee boeken stortte ze zich weer op TikTok, want dat is óók leuk. En geef die dochter eens ongelijk.

Wat Jensen stoort is dat het (leuke) lezen verdrongen wordt door het (eveneens leuke) TikTok. Er is maar weinig verplichting om te lezen. Als je het wel zou verplichten, zouden leerlingen er tijd voor moeten maken. En dat idee is misschien niet eens zo verkeerd.

Bij de polemiek in augustus werden tegenstellingen opgeworpen als vrijheid tegenover plicht, of plezier tegenover straf. Natuurlijk veel te gechargeerd, zoals dat gaat. Ik ben Stine Jensen dankbaar dat ze dit durfde aan te snijden. Leesplezier is belangrijk, OK, maar lezen moet niet afdalen tot de vrijblijvendheid van een hobby. Daarvoor is het te cruciaal voor de talige en cognitieve ontwikkeling van een kind.

En als leraar? Ik denk dat je zult moeten schipperen, met het befaamde utile dulci in het achterhoofd. Want die wijsheid uit de Middeleeuwen geldt nog steeds: het nuttige en het aangename dienen met elkaar verenigd. Je probeert je leerlingen te laten lezen, lezen, lezen. En daarvoor zoek je zorgvuldig de mooiste boeken uit.

Pieter van der Vorm

1 gedachte over “Over ontlezing (de column van Stine Jensen)”

Plaats een reactie