Over een inclusieve leeslijst

Blog overzicht

Onlangs verscheen op de site lezen.nl een informatief filmpje over de inclusiviteit van de leeslijst in het Nederlandse literatuuronderwijs – of preciezer: het gebrek aan inclusiviteit. De neerlandica Sophie Scharff stelde voor haar Master-scriptie de vraag: hoe inclusief is die leeslijst eigenlijk? Haar onderzoek bracht aan het licht dat vrouwelijke auteurs en auteurs van kleur sterk ondervertegenwoordigd zijn.

Die conclusie is opmerkelijk maar misschien niet verrassend. Immers, eeuwenlang werd de Nederlandse literatuur gedomineerd door mannen. Als we de laatste anderhalve eeuw in vogelvlucht doornemen: Multatuli, de Tachtigers, de schrijvers rond het tijdschrift Forum, de Vijftigers, de Grote Drie… Het zijn bijna uitsluitend (witte) mannen, en in leerboeken voor het literatuuronderwijs nemen zij een centrale positie in.

Ik denk dat de jaren negentig van de twintigste eeuw een omslag laten zien. De etalages van de boekhandels vullen zich met bestsellers van o.a. Connie Palmen, Margriet de Moor, Tessa de Loo en Renate Dorrestein. Ook auteurs van kleur laten zich horen: Abdelkader Benali, Hafid Bouazza, Naima El Bezaz, Kader Abdolah, Mustafa Stitou en anderen. De Nederlandse literatuur is een stuk bonter en inclusiever geworden.

Het onderzoek van Sophie Scharff laat zien dat die omslag nog onvoldoende doorwerkt in het literatuuronderwijs. Waar het gaat om besproken auteurs en boeken zijn de keuzes in de lesmethodes tamelijk conservatief. Het is de vraag of je dat de de samenstellers van die leerboeken mag aanrekenen. Zij zaten zelf vóór de jaren negentig op school. En een principiëler punt: de geschiedenis laat zich niet uitvlakken. De canon staat centraal, die bepaalt nu eenmaal de contouren van de literatuurgeschiedenis. Vondel en Hooft zijn grijze heren.

Je kunt je afvragen: moet een literatuurlijst wel inclusief zijn? En zo ja, waarom? Wat is het doel van het literatuuronderwijs?

In haar presentatie op lezen.nl merkt Sophie Scharff scherp op: “Het heeft weinig zin om leerlingen te verplichten om een inclusieve leeslijst samen te stellen als ze helemaal niet weten dat er een grotere literatuurgeschiedenis dan alleen de westerse bestaat. Of om bewust werken van vrouwelijke auteurs te lezen als ze helemaal niet in aanraking komen met bijvoorbeeld cultuur-historische context of het proces van canonvorming en de uitsluiting die daarbij komt kijkt.” Met andere woorden: een inclusieve literatuurlijst is geen doel op zich, maar vooral een middel om literaire teksten en maatschappelijke processen in een context te kunnen plaatsen. Is dit wat je wilt?

Ja, ik denk het wel! Een leraar kan De aanslag van Harry Mulisch uit z’n kast trekken, er het stof afblazen en motieven (de steen, de kruidnagel, de spiegel) aan de orde stellen. Maar wat leert een leerling daarvan? Literatuur als puzzeltje – gaat het daarom?

Het IB-curriculum wijkt af van het literatuurprogramma dat in het voortgezet onderwijs in Nederland wordt onderwezen. Een wezenlijk verschil: literatuurgeschiedenis (de canon) maakt géén onderdeel uit van het IB-programma. Dit is prettig: de focus ligt helemaal op de literaire teksten, er is veel aandacht voor de literatuur van nu. Op de leeslijst is er volop ruimte voor vrouwelijke auteurs en auteurs van kleur. 

In de laatste drie examens Dutch A: Literature (de examens van 2021, 2022 en ook het examen van mei 2023 dat de leerlingen deze week aflegden) zijn vijf van de zes teksten geschreven door een vrouwelijke auteur. De zesde tekst is  van een man van kleur. Geen enkele tekst van ‘een witte man’! Een bewuste keuze van de examinator? Misschien, maar misschien ook niet. Want als je de canon los kunt laten, selecteer je op andere criteria. Het IB-programma nodigt uit tot reflectie en tot het verkennen van andere achtergronden en culturen. Literaire analyse is geen doel op zich maar een middel om je blik op de tekst en uiteindelijk op de wereld om je heen te scherpen.

Tot slot een laatste citaat van Sophie Scharff: “Ze zeggen wel eens dat literatuur in het onderwijs zowel een spiegel als een venster is, dus het laat je kijken naar jezelf en waar jij vandaan komt maar ook naar andere mensen en perspectieven en werelden en culturen. Als het aanbod zo homogeen is, kan literatuur nooit als venster dienen.” Het lijkt me dat het doel van het IB-programma Language A: Literature niet beter kan worden samengevat dan met dit beeld van spiegel en venster. Literatuuronderwijs vermag uiteraard veel meer dan het herkauwen van die kruidnagel van Mulisch. Als IB-docent ga je op zoek naar teksten waar de leerling iets mee kán, teksten die spiegel en venster zijn.

Laat de eerste reactie achter

VORM Tutoring