Over de May 2023 subject reports (2)

Blog overzicht

Deel 2: Literature

Drie weken geleden besprak ik het subject report (SR) voor Dutch A: Language and literature. Deze keer aandacht voor het report voor Literature.

Ook het SR voor Dutch A: Literature blijkt grotendeels een vertaling van het Engelse report, zonder dat dit expliciet wordt aangegeven. Het IBO heeft academic honesty hoog in het vaandel staan. Terecht. Leerlingen dienen bronnen te vermelden en aan te geven wanneer ze een passage citeren, al dan niet in vertaling. Wat voor leerlingen geldt, zou ook voor de SR’s moeten gelden, lijkt me. Ik vind het bovendien jammer dat het SR nu geen beschrijving biedt van de Nederlandse situatie, op basis van de literaire werken die de Nederlandse en Vlaamse leerlingen hebben gelezen. En nog iets: ik stoor me aan het beroerde Nederlands; de vertaling uit het Engels (Google Translate?) is miserabel.

Dat neemt niet weg dat sommige opmerkingen over het IO, overgenomen uit het Engelse SR, relevant zijn. Zo staat er (ik zal u niet vermoeien met de vertaling, ik geef de tekst in het Engels): “As the significance of candidate voice takes centre stage in the language A: literature course, the selection and articulation of the global issue (GI) can be one of the most concrete examples of how an empowered candidate sounds. A compelling global issue is often the by-product of close reading and personal engagement.” Het is iets wat ik herken uit mijn onderwijspraktijk: de keuze van het GI, met een zorgvuldige afbakening en formulering, is cruciaal. Dit gaat maar al te vaak mis. Hier heeft de leerling absoluut ondersteuning bij nodig.

Bij de bespreking van Paper 1 wordt opgemerkt dat tekst 1 (proza) vaker werd gekozen dan tekst 2 (poëzie): “Het gedicht ‘Madrid’ werd door een kleinere groep kandidaten gekozen en men had er meer moeite mee om het overtuigend te analyseren.” Tja, bij dit laatste kan ik me wat voorstellen. Ik ga er zelf óók voor zitten, heb een analyse gemaakt van dit gedicht. En ik moet bekennen: ik was er lang mee bezig. Het is een lang gedicht; de analyse moet zorgvuldig gepland. Wat vermeld je, wat laat je weg? Wat kies je? Lastig, vond ik. Ook de leerlingen worstelden ermee: “De kandidaten gaven vaak alleen aandacht aan de eerste strofe van het gedicht of interpreteerden de strofes selectief, waarbij ze sommige delen van het gedicht onbesproken lieten.” Het proza-fragment leek me beter te doen, wat door het SR wordt bevestigd: “Het fragment stelde vrijwel alle kandidaten in staat om een voldoende tot zeer goede analyse te presenteren.” De examinatoren lijken hiermee aan te geven dat er een verschil in moeilijkheidsgraad was. Eén van de adviezen luidt dan ook: “Lijkt een van de fragmenten te moeilijk en weet je niet hoe je een betoog (sic!) moet ontwikkelen, overweeg dan om voor de andere tekst te kiezen.” (Het gebruik van het woord ‘betoog’ is hier vreemd. Paper 1 betreft immers geen betogende tekst maar een literaire analyse.)

En dan Paper 2, een vergelijkend essay. Voor het eerst sinds 2019 werd dit onderdeel weer afgenomen. Spannend, hoe waren de bevindingen? Vooropgesteld: ik was blij met dit examen. De vier vragen bieden voldoende variatie en zijn passend voor teksten van diverse genres. Mooie vragen dus, maar het SR geeft aan dat de leerlingen niet altijd goed op die vragen reageerden: “Veel kandidaten hadden moeite met de leidende vraag bij het analyseren en vergelijken van de twee werken. (…) Het onvoldoende concretiseren en afbakenen van die vraag in functie van de gekozen werken leidde tot een vage focus en weinigzeggende stellingen en argumentatie.” Het is me niet helemaal duidelijk of dit een eigen ervaring van de examinatoren verwoordt of (mede) gebaseerd is op het Engelse SR. De teneur van het Engelse SR sluit er in elk geval goed bij aan: “Many examiners saw the lack of an ability to compare and contrast beyond the obvious differences and similarities in plot and genre, as linked to the fact that significant numbers of candidates found interpretation difficult, leading to superficial and repetitive responses.”  

Heel duidelijk is het SR niet en het lijkt zich soms tegen te spreken, bijvoorbeeld als bij de punten waarop kandidaten goed zijn voorbereid wordt opgemerkt: “Over het algemeen behielden ze [de kandidaten] een goede focus op de leidende vraag en de vergelijking van de werken.” Staat dit niet op gespannen voet met het eerdere citaat?

Wanneer ik het subject report terugkoppel naar mijn lespraktijk en naar de reacties die ik ontvang van mijn leerlingen, denk ik dat het afbakenen van de essayvraag inderdaad een punt is dat aandacht verdient. Leerlingen hebben de neiging om de verhaallijn centraal te stellen en niet de keuzes van de auteur om een bepaalde thematiek uit te werken. Ze hebben veel oefening nodig om op een analytische manier naar de tekst te leren kijken, adequaat op de essayvraag te reageren én op een inzichtelijke wijze te verwijzen naar de literaire werken. Het zal geen verrassing zijn: Paper 2 is een pittige opdracht! Wel een mooie en uitdagende opdracht, vind ik. Een goede voorbereiding (teamwork van de leerling en de docent) kan hier veel opleveren!

Pieter van der Vorm

Laat de eerste reactie achter

VORM Tutoring